Veerle De Vuyst

Internal governance bij financiële conglomeraten

Een analyse op het snijvlak van groepsrecht en prudentieel recht

Sinds de financiële crisis van 2007-2008 is de materie van intern goed bestuur bij financiële groepen op de voorgrond getreden in het prudentiële toezicht. Hoewel de oorsprong van dit boek in tempore non suspecto ligt, behandelt het een aantal erg actuele thema's. Wat zijn de risico's die verbonden zijn aan een doorgedreven groepsbeleid? Hoe ver mag de invloedssfeer van de holding aan het hoofd van de groep reiken? Moeten de gereglementeerde dochters die deel uitmaken van de groep, zich eventueel verzetten tegen de holding wanneer zij instructies krijgen die ingaan tegen de belangen van hun eigen spaarders, beleggers of verzekeringnemers? Heeft de holding een toezichtplicht ten aanzien van de activiteiten van haar dochters? Hoe dient het eigen vermogen over de groep te worden verdeeld? Het antwoord op deze vragen wordt telkens stevig onderbouwd vanuit verschillende juridische ?n niet-juridische invalshoeken. De verhouding tussen het gewone groepsrecht en het financiële groepsrecht speelt daarbij een centrale rol. Maar er is ook aandacht voor de (rechts)economische principes van organisatieleer en betere regulering in de financiële sector. De uitgebreide rechtsvergelijking van dit boek concentreert zich op verschillen en gelijkenissen tussen het Europese en het Amerikaanse recht.

Intersentia

, Antwerpen , September 2010 , 978-94-0000-004-9