De onafhankelijke bestuurder in de financiële instellingen – een medicijn tegen alle kwalen?
WP 2021-06
Deze bijdrage onderzoekt de positie en de werking van de onafhankelijke bestuurder in de governance van financiële instellingen, waartoe zowel banken (kredietinstellingen) en beleggingsondernemingen worden gerekend, als verzekeringsondernemingen en pensioenfondsen, naast andere. De onafhankelijke bestuurder heeft in het corporate governance debat en beleid gaandeweg een zeer prominente plaats heeft ingenomen en is – zo lijkt het wel – zelfs een magische oplossing is geworden voor ongeveer alle governance problemen.
Na een kort overzicht van de argumenten die worden aangevoerd om in financiële instellingen een ‘andere’, d.i. een van de niet-financiële sector verschillende governance-regeling in te voeren, worden de reglementaire bepalingen in het Europese en Belgische bank- en verzekeringstoezichtsrecht met betrekking tot de onafhankelijke bestuurder onderzocht.
Tenslotte worden enkele vragen gesteld bij de vele rollen die de onafhankelijke bestuurder in financiële instellingen dient op te nemen, en bij de vennootschappelijke en prudentiële verwachtingen die hieruit resulteren.