De maatschap : catch me if you can – Hoe rechtstheorie legitimeert maar niet fundeert
WP 2022-04
In de bijdrage wordt vastgesteld dat ook de maatschap, ondanks haar gebrek aan rechtspersoonlijkheid, een eigen vermogen heeft, maar in geen enkel opzicht een afgescheiden vermogen heeft.
Verder wordt geargumenteerd dat de wetgever iets te ver is gegaan door ook voor stille maatschappen te bepalen dat het maatschapsvermogen niet kan uitgewonnen worden door de persoonlijke schuldeiser van een vennoot.
Tot slot wordt verdedigd dat de wetgever beter de hervorming van het maatschapsrecht had gebruikt om de maatschap volledige rechtspersoonlijkheid te geven, met de transparantieverplichtingen die daarbij horen, maar met tegelijk de mogelijkheid, voor de oprichters, om de maatschap-rechtspersoon toch te onderwerpen aan een regime van fiscale transparantie.