Bestuurders van rechtspersonen en het ondernemingsbegrip: nieuwe poging tot synthese
WP 2024-3
In deze bijdrage wordt de kwalificatie van bestuurders als ondernemingen besproken in het licht van de cassatiearresten en de daaropvolgende lagere rechtspraak. Om dit te kaderen wordt hierna eerst een schets gegeven van de meerderheidsopvatting die was gegroeid in de rechtspraak en de rechtsleer over de kwalificatie van bestuurders als onderneming. Nadien wordt de uitkomst van de cassatiearresten over het ondernemingsbegrip besproken. Er is ook kort aandacht voor de prejudiciële vragen die het Grondwettelijk Hof diende te beoordelen over de bestuurdersproblematiek. Vervolgens wordt aan de hand van recente rechtspraak over het ondernemingsbegrip onderzocht hoe de organisatievereiste nader wordt ingevuld, of niet ingevuld, door de hoven en de rechtbanken. Tot slot lichten wij het belang toe van een flexibele interpretatie van het organisatieconcept, alvorens tot enkele overkoepelende slotoverwegingen te komen.